14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | DGB 2005-3481
De staatssecretaris van Financiën gaat niet in cassatie tegen een uitspraak van Hof Den Haag over de heffing van accijns op minerale oliën. Een bedrijf dat schepen bevoorraadt met stookolie kreeg naheffingsaanslagen accijns opgelegd voor het gebruik van gasolie uit de accijnsgoederenplaats voor een eigen schip. Het bedrijf produceerde zelf minerale oliën door menging van olie van verschillende kwaliteit. De gasolie werd gebruikt voor de verwarming van in de laadruimte opgeslagen stookolie. Hof Den Haag was van oordeel dat de naheffingsaanslagen ten onrechte waren opgelegd. Het mengen van minerale oliën met andere minerale oliën kon volgens het Hof worden aangemerkt als productie van minerale oliën. De gasolie die werd gebruikt voor de verwarming van stookolie, werd volgens die uitleg gebruikt binnen een bedrijf dat minerale oliën produceert. Het verbruik van de gasolie vormde daardoor geen belastbaar feit voor de accijns. De staatssecretaris kan zich in die uitleg vinden.