Geen activering achteraf van voorbehouden gebruiksrecht landbouwgrond

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU4354, 41368

Een landbouwer verkocht in 1997 zijn landbouwgrond. De winst die hij daarbij maakte viel onder de landbouwvrijstelling. Hij behield zich het gebruiksrecht van de grond voor een periode van enkele jaren voor, zonder dat hij aan de koper een vergoeding voor dat gebruik moest betalen. De landbouwer nam het gebruiksrecht niet op als bezitting op zijn balans. In een later jaar wilde de landbouwer het gebruiksrecht alsnog activeren en daarbij de afschrijving van het recht vanaf het moment van verkoop in mindering brengen op zijn winst. Dat stond Hof Amsterdam niet toe. In het jaar van verkoop was de landbouwer niet verplicht om de waarde van het gebruiksrecht op zijn balans te zetten, omdat hij het gebruiksrecht voor die tijd ook al had. Ook was het niet toegestaan om de afschrijving zo te berekenen, dat hij in de laatste jaren van het gebruiksrecht de hele oorspronkelijke waarde van het gebruiksrecht als afschrijving ten laste van zijn winst bracht. Op die manier zou hij zijn winst over verstreken jaren achteraf verlagen. Het Hof oordeelde dat de waarde van het gebruiksrecht van jaar tot jaar werd genoten en dat het voordeel onder de landbouwvrijstelling viel. De landbouwer mocht de aan dat jaar toe te rekenen vermindering van het gebruiksrecht ten laste van zijn winst brengen. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof in cassatie bevestigd. Ook voor zover de waarde van het gebruiksrecht na de aanpassing van de landbouwvrijstelling in de wet per 26 juni 2000 is genoten was daarop de landbouwvrijstelling van toepassing.