4 februari 2004 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AO6250 Zaaknr: 01/01553
Bij hun echtscheiding hebben de ex-echtgenoten afgesproken dat de verdeling van de opgebouwde pensioenrechten plaats zou vinden op de ingangsdatum van het pensioen van de man. Vanwege het uitstel van betaling zou hij rente vergoeden aan zijn ex-echtgenote. De hoogte van de rente en de manier van berekenen van de rente stonden niet vast. Dat heeft geleid tot een juridische procedure over de rente, die de man aan zijn ex betaalde. De advocaatkosten, die hij daarbij heeft gemaakt, zijn niet aftrekbaar. De rente, die de man op zijn pensioendatum moest vergoeden is geen bron van inkomen voor hem. Dat betekent, dat de kosten, die hij heeft gemaakt geen op inkomsten drukkende kosten zijn. De kosten zijn gemaakt ter voorkoming van de betaling van rente van schulden. Dergelijke kosten zijn niet aftrekbaar. De procedure voor Hof Den Bosch had betrekking op de wet IB 1964.