Geen aftrek elders belast voor niet doorbelaste ontslagvergoeding

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AX9140, 42544

Iemand werkte 25 jaar voor diverse groepsmaatschappijen van een concern. In 1998 werd zijn dienstbetrekking beƫindigd. Hij woonde toen in Nederland. De laatste jaren werkte hij in de voormalige Sovjet Unie. Hij ontving een ontslagvergoeding. In geschil was of Nederland een aftrek elders belast moest verlenen over deze vergoeding. Daarvoor is nodig, dat de vergoeding betrekking heeft op in het buitenland verrichte arbeid en ten laste is gekomen van een in het buitenland gevestigde werkgever. De beoordeling of de werkzaamheden in het buitenland verricht waren moest gebeuren over de periode tot aan de ontslagdatum in 1998 en de vier voorafgaande kalenderjaren. Gedurende deze gehele periode werkte de betrokkene uitsluitend in Rusland. Hof Den Haag stond aftrek elders belast toe voor de gehele ontslagvergoeding. Volgens de Hoge Raad had het Hof moeten onderzoeken of de ontslagvergoeding ten laste van een in Rusland gevestigde werkgever was gekomen. Na verwijzing stelde Hof Amsterdam vast dat dit niet het geval was. De belanghebbende ging tegen de uitspraak van het Hof in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens het Hof had de ontslaguitkering ten laste moeten komen van de buitenlandse werkgever. Daarvan was volgens het Hof geen sprake bij het doorbelasten van de ontslagvergoeding via algemene verdeelsleutels aan de verschillende buitenlandse groepsmaatschappijen. Op dat punt was de belanghebbende het niet eens met het oordeel van het Hof. De Hoge Raad onderschreef de opvatting van het Hof en wees het beroep in cassatie af.