Geen aftrek elders belast voor ontslagvergoeding buitenlandse dienstbetrekking

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AU0354, 04/04565

Iemand werkte 25 jaar voor diverse groepsmaatschappijen van een concern. In 1998 werd zijn dienstbetrekking beƫindigd. Hij woonde toen in Nederland. De laatste jaren werkte hij in de voormalige Sovjet Unie. Hij ontving een ontslagvergoeding. In geschil was of Nederland een aftrek elders belast moest verlenen over deze vergoeding. Voor het verlenen van aftrek elders belast over een ontslagvergoeding is nodig, dat deze betrekking heeft op in het buitenland verrichte arbeid en ten laste is gekomen van een in het buitenland gevestigde werkgever. De beoordeling of de werkzaamheden in het buitenland verricht waren moest gebeuren over de periode van 1 tot en met 17 januari 1998 en de vier voorafgaande kalenderjaren. Gedurende deze gehele periode werkte de betrokkene uitsluitend in Rusland. Hof Den Haag stond aftrek elders belast toe voor de gehele ontslagvergoeding. De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak omdat niet duidelijk was of de ontslagvergoeding ten laste van een in Rusland gevestigde werkgever was gekomen. Na verwijzing oordeelde Hof Amsterdam dat de ontslagvergoeding door een in Nederland gevestigd onderdeel van het concern was toegekend en door een ander concernonderdeel betaald. Op de jaaropgave van de ex-werknemer stond als werkgever een derde concernonderdeel genoemd, dat eveneens in Nederland was gevestigd. Alleen van de vennootschap die de vergoeding had toegekend stond vast, dat de kosten over de concernmaatschappijen werden verdeeld. Door de wijze van betaling stond niet vast, dat de ontslagvergoeding tot de kosten van die vennootschap behoorde. Dat de vergoeding ten laste van een buitenlandse vennootschap was gekomen kon niet worden bewezen. Er bestond daarom geen recht op aftrek elders belast over de ontslagvergoeding.