Geen aftrek hypotheekrente omdat geld niet was besteed aan eigen woning

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AV1372, 39879

De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Amsterdam over de aftrekbaarheid van hypotheekrente voor de eigen woning in het jaar 2000 vernietigd. De belanghebbende sloot in dat jaar een hypothecaire geldlening van ƒ 1.250.000. Hij loste daarmee twee eerder afgesloten geldleningen af en stortte een bedrag in een effectendepot. Verder betaalde hij in dat jaar een bedrag van ƒ 41.063 aan kosten die verband hielden met een verbouwing van zijn woonhuis. Het resterende deel van de lening bedroeg ongeveer ƒ 490.000. Dit bedrag werd belegd in afwachting van de (ver)bouwvergunning. Het gehele bedrag werd uiteindelijk aangewend voor de financiering van een verbouwing van de eigen woning. Het Hof was van oordeel dat de rente over dit gedeelte van de schuld in 2000 mocht worden behandeld als hypotheekrente voor de eigen woning en in aftrek kon worden gebracht. De Hoge Raad was het daarmee niet eens, omdat vaststond dat in 2000 geen betalingen voor de verbouwing van de eigen woning waren gedaan ten laste van dit deel van de lening. Dat betekende dat dit gedeelte van de geldlening in het jaar 2000 nog niet kon worden behandeld als een eigenwoningschuld. Hof Den Haag moet nu onderzoeken of in dit geval de goedkeurende regeling uit een Besluit van de Staatssecretaris van Financiën uit 2005 van toepassing is. Die regeling houdt in dat onder omstandigheden volledige rente-aftrek wordt verleend over de eerste zes maanden na het afsluiten van de lening.