14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AU2650, 00/03547
Rentebetalingen die binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting worden gedaan hebben geen invloed op de hoogte van de verschuldigde belasting van de fiscale eenheid. De betaling valt immers weg tegen de ontvangst. Dit wordt niet anders als de vennootschap die de rente betaalt, in Nederland is gevestigd en de vennootschap die de rente ontvangt, in België is gevestigd. Als de gerechtigde tot de ontvangst van de rente zijn feitelijke vestigingsplaats van Nederland naar België verplaatst ontstaat daardoor een belemmering van het vrije kapitaalverkeer, maar die belemmering is een gevolg van het feit dat België de ontvangen rente in de belastingheffing betrekt en niet van het feit dat Nederland de rente niet in aftrek toelaat. Nederland laat de binnen een fiscale eenheid betaalde rente nooit in aftrek toe, ongeacht de nationaliteit of de vestigingsplaats van de ontvanger van de rente. Volgens Hof Den Bosch is de Nederlandse regelgeving op dit punt niet in strijd met de Europese regelgeving. Het kan niet zo zijn dat Nederland deze belemmering op moet heffen door bij de renteaftrek binnen een fiscale eenheid onderscheid te maken naar de feitelijke vestigingsplaats van de crediteur binnen een fiscale eenheid. Het Hof merkt verder op dat de belanghebbende de belemmering had kunnen voorkomen door de fiscale eenheid te verbreken bij het verplaatsen van de moedermaatschappij.