Geen aftrek van advocaatkosten voor strafprocedure

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AO5057 Zaaknr: 38431

Hof Arnhem heeft in een procedure over aftrekbare kosten voor de inkomstenbelasting een deel van de advocaatkosten van een belanghebbende, die betrekking hadden op een tegen hem ingestelde strafprocedure voor de rechtbank, aangemerkt als aftrekbare kosten. Volgens de wet IB 1964 behoren tot de aftrekbare kosten niet “kosten die verband houden met misdrijven ter zake waarvan de belastingplichtige door een Nederlandse strafrechter bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld”. Onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis is die aftrekbeperking volgens de Hoge Raad ook van toepassing op andere kosten dan de kosten met behulp waarvan omzet uit criminele activiteiten is gerealiseerd. Ook de kosten van juridische bijstand kunnen in aftrek worden beperkt als deze samenhangen met een misdrijf. Wel dient er een onherroepelijke veroordeling in een procedure te zijn. Dat laatste was in deze procedure niet in geschil. De Hoge Raad heeft daarom de uitspraak van het Hof vernietigd en de advocaatkosten niet in aftrek toegelaten. Het arrest is onder de wet IB 2001 van belang voor winstgenieters, en daarmee ook voor de winstbepaling voor de vennootschapsbelasting.