5 april 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNBA7226, AWB 06/2403
Premies voor een lijfrenteverzekering zijn onder voorwaarden aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De voorwaarden hebben betrekking op de vorm van de lijfrenteverzekering, op de hoogte van de premie en op de hoogte van de bestaande oudedagsvoorzieningen. Onder de tot 1 januari 2001 geldende wetgeving was de premie voor een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule aftrekbaar. Met ingang van 2001 was aftrek voor bestaande verzekeringen alleen nog mogelijk als de verzekering was aangepast aan de voorwaarden van de nieuwe wetgeving. Na de vaststelling van iemands aanslag over 2003 constateerde de inspecteur dat ten onrechte lijfrentepremie in aftrek was gebracht. De inspecteur corrigeerde de aftrek door het opleggen van een navorderingsaanslag. De belanghebbende vond dat de aftrekbaarheid van lijfrentepremie moest worden beoordeeld op materiƫle criteria. Omdat de verzekering een oudedagsvoorziening vormde meende de belanghebbende recht op aftrek te hebben. De rechtbank volgde dat standpunt niet. Toetsing moet geschieden aan de hand van de in de wet opgenomen voorwaarden. Daaraan voldeed deze polis niet. De rechtbank heeft dan niet de vrijheid om aftrek van de betaalde premie toe te staan.