14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU6902, 41197
Iemand kreeg in de periode van 1983 tot en met 1996 onder valse voorwendselen kinderbijslag. Een deel daarvan werd als onverschuldigd betaald door de Sociale Verzekeringsbank teruggevorderd. Het in 1999 terugbetaalde bedrag voerde de belanghebbende op als negatieve inkomsten uit niet in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden. Hof Amsterdam weigerde de aftrek omdat de belanghebbende de genoten inkomsten niet had aangegeven en de inkomsten ook niet in de heffing waren betrokken. Naar het oordeel van de Hoge Raad zijn negatieve inkomsten slechts aftrekbaar indien en voor zover de daar tegenover staande positieve inkomsten in de belastingheffing zijn betrokken. Dat betekende dat de belanghebbende geen recht op aftrek had.