14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ7496 Zaaknr: BK 915/02
Een BV handelde in autobanden. De BV kocht deze onder meer in van een leverancier, die een nettoprijs berekende die beduidend lager lag dan de gebruikelijke marktprijs. De BV betaalde niet aan de leverancier, maar aan een ander bedrijf, dat in Duitsland was gevestigd. Die leverancier heeft de aan de BV in rekening gebrachte BTW nooit afgedragen. De BV verkocht de banden in partijen door aan afnemers in Engeland onder toepassing van het nultarief. Geen van de Engelse afnemers heeft de hiermee corresponderende intracommunautaire verwervingen aangegeven. De banden werden direct vanuit Duitsland naar de afnemers in Engeland geleverd. De belastingdienst legde een naheffingsaanslag BTW op met een boete. Die naheffingsaanslag had betrekking op de ten onrechte in aftrek gebrachte voorbelasting op de facturen van de leverancier en op het ten onrechte toepassen van het nultarief. Naar het oordeel van het hof voldeden de facturen van de leverancier niet aan de eisen voor aftrek van voorbelasting. Op grond van de vastgestelde feiten concludeerde het Hof dat van een ander werd gekocht. De leverancier volgens de facturen bestond slechts op papier. Volgens het hof was de BV ervan op de hoogte, dat van een ander werd ingekocht en was het de bedoeling om de schijn te wekken dat de leveringen van de banden plaatsvonden in Nederland, om daarmee een aftrek van belasting te creƫren zonder dat feitelijk daartegenover een voldoening van belasting stond. Dat het nultarief van toepassing was kon de BV niet bewijzen. De berekening van de inspecteur werd echter aangepast omdat de BV de alsnog berekende BTW alleen al door het tijdverloop niet meer bij haar afnemers in rekening kon brengen. Daardoor werden de naheffingsaanslag en de boete verminderd.