14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AR4251, 97/01017
De administratie van een handelaar in computeronderdelen bevatte een aantal facturen en creditnota’s voor de levering van processors. Het totaal aan omzetbelasting, dat in de maand augustus 1996 in rekening was gebracht aan de handelaar bedroeg ongeveer ƒ 4,5 miljoen. De handelaar verrekende deze omzetbelasting als voorbelasting en diende een verzoek om teruggaaf in. De inspecteur weigerde echter de teruggaaf voor zover die betrekking had op de facturen voor de levering van processors van een tweetal leveranciers. De op die facturen vermelde omzetbelasting was niet verwerkt in een aangifte omzetbelasting van een andere ondernemer of aan de fiscus voldaan. Volgens de inspecteur ging het om valse facturen. Voor Hof Den Bosch was in geschil of de handelaar recht had op aftrek als voorbelasting van de op deze facturen vermelde omzetbelasting. Voor zover dat niet het geval was beriep de handelaar zich erop, dat door een tweetal resoluties van Financiën bij hem het vertrouwen was gewekt, dat hij recht had op aftrek van deze omzetbelasting als voorbelasting. In een arrest uit 1990 heeft de Hoge Raad uitgemaakt, dat voor de aftrek van voorbelasting volstaat, dat er geen twijfel bestaat over de identiteit van de leverancier, ondanks de vermelding van een onjuiste naam. Het Hof was van oordeel, dat aan dat vereiste niet was voldaan. Volgens de facturen was de leverancier een BV, terwijl de feitelijke leverancier een eenmanszaak zou zijn geweest. Weliswaar maakte de BV op de facturen gebruik van dezelfde handelsnaam als de eenmanszaak, maar stond daarbij vermeld, dat het ging om een onderdeel van de BV. De leverancier volgens de facturen was daarmee een andere dan de feitelijke leverancier. Ook het beroep op door de resoluties opgewekt vertrouwen wees het Hof af, omdat daarvoor vereist is, dat de identiteit van de leverancier vaststaat. De handelaar kon niet bewijzen, dat er feitelijk was geleverd door de eenmanszaak. Wanneer hij de leveringen wel had kunnen bewijzen zouden facturen niet slechts een formeel gebrek vertonen omdat volgens de facturen de leverancier een ander was. De resoluties van Financiën zijn uitsluitend bedoeld voor gevallen waarin de factuur een formeel gebrek vertoont. De handelaar had door controle van de uittreksels uit het Handelsregister kunnen vaststellen, dat de leverancier geen eenmanszaak was maar een BV. Door dat niet te doen had hij niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen. De handelaar had geen recht op aftrek van voorbelasting op de betreffende facturen.