14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7581 Zaaknr: BK-01-01904
Volgens Hof Den Haag heeft Nederland geen heffingsrecht wanneer de pensioenvoorziening van een in België wonende persoon niet langer voldoet aan de in de wet op de loonbelasting gestelde voorwaarden. Door het niet meer voldoen aan de voorwaarden wordt de hele pensioenaanspraak als loon uit vroegere dienstbetrekking aangemerkt. De vraag is, of fictief inkomen tot het genoten inkomen behoort, zoals dat in de normale inkomensbepalingen van het verdrag is opgenomen. Toen het verdrag werd gesloten was van fictief inkomen in de Nederlandse wetgeving nog geen sprake. Naar het oordeel van het Hof gaat de dynamische verdragsinterpretatie niet zover, dat het daardoor mogelijk is voor een van de partijen om de heffingsbevoegdheid eenzijdig uit te breiden. Het Hof is van oordeel, dat fictief loon niet onder de normale inkomensbepalingen valt, maar onder de restbepaling van het verdrag, omdat het niet is genoten maar wel tot het inkomen naar Nederlandse begrippen behoort. Heffing daarover komt echter op grond van het oude verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing toe aan België.