Geen beroep in cassatie mogelijk tegen weigering wijziging tenaamstelling S&O-verklaring

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU3171, 41039

Volgens het College van Beroep voor het Bedrijfsleven is het niet mogelijk om een (tijdig ingediende) aanvraag voor een S&O-verklaring ten behoeve van de toepassing van de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk aan te merken als zijnde ingediend door een nadien met de aanvrager gefuseerde vennootschap. De wet schrijft voor de beoordeling of een S&O-verklaring kan worden afgegeven een materiƫle toets voor. Dat heeft tot gevolg dat de aanvraag zelfs in geval van fusie niet kan worden overgedragen. Een nieuwe aanvraag is niet mogelijk als de wettelijke indieningstermijn is verstreken. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgewezen, omdat het College van Beroep geen onjuiste uitleg van de begrippen 'inhoudingsplichtige' en 'onderneming' heeft gegeven. Een verdergaande beoordeling in cassatie van de bestreden uitspraak laat de wet niet toe.