Geen beroep op meerderheidsregel mogelijk in geval van incidentele onjuiste WOZ-taxaties

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AH9587 Zaaknr: BK 894/02 WOZ

Voor het slagen van een beroep op het gelijkheidsbeginsel is nodig, dat de overheid een beleid voert, waarvan ten nadele van de belanghebbende is afgeweken of dat in een meerderheid van de vergelijkbare gevallen dezelfde behandeling heeft plaatsgevonden. In een procedure over de WOZ-waarde van zijn woning slaagt het beroep van de woningeigenaar op het gelijkheidsbeginsel niet. Weliswaar zijn twee buurwoningen, die exact vergelijkbaar zijn met zijn woning beduidend lager gewaardeerd dan de zijne, maar de gemeente kan aantonen, dat het gaat om twee afwijkende en onjuiste taxaties. Het merendeel van de vergelijkbare woningen is hoger gewaardeerd dan deze twee woningen, maar lager dan de woning waarover de procedure wordt gevoerd. Dat heeft tot gevolg, dat de WOZ-waarde tot dat niveau wordt verlaagd.