14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | DGB 2005-1448
De staatssecretaris heeft geen beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van Hof Den Haag over een verzoek om vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting voor een taxi. Het verzoek werd in de loop van het tweede belastingtijdvak gedaan. Het Hof was van oordeel dat de vrijstelling verleend moest worden vanaf de aanvang van het eerste tijdvak. De auto was aangeschaft voor taxivervoer en werd ook als zodanig gebruikt. Aan alle voorwaarden voor de vrijstelling was in het eerste tijdvak voldaan. Omdat in een dergelijk geval met toepassing van een Besluit van Financiën uit 1991 de vrijstelling alsnog zou zijn verleend, ziet de staatssecretaris af van beroep in cassatie.