Geen dienstbetrekking voor directeur van minderheidsaandeelhouder-BV

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN-nummer: AO3540 Zaaknr: 00/6643 ALGEM

Volgens de Centrale Raad van Beroep ontbreekt in de volgende situatie een gezagsverhouding en is dus geen sprake van verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. BV 1 heeft twee aandeelhouders. De ene aandeelhouder heeft een 56% belang; de andere een 44% belang. Op grond van een aandeelhoudersovereenkomst benoemen zij in onderling overleg de directie van de BV. BV 1 heeft zelf 40% van de aandelen in BV 2. De andere aandelen zijn in handen van BV 3. BV 1 en BV 3 zijn samen directeur van BV 2. Voor schorsing of ontslag van bestuurders van zowel BV 1 als BV 2 is volgens de statuten een twee/derde meerderheid vereist. Dat betekent, dat BV 1 niet tegen haar zin ontslagen kan worden als directeur van BV 2. Met ingang van de datum waarop de minderheidsaandeelhouder van BV 1 de directie van die BV vormde verrichtte deze zijn werkzaamheden als directeur van BV 2 niet meer in een ondergeschikte positie. Hij kon immers op grond van de statutaire bepalingen niet tegen zijn zin worden ontslagen als directeur van BV 1 en daarom ook niet als directeur van BV 2. In de periode waarin deze aandeelhouder nog geen directeur was van BV 1 gold wel verzekeringsplicht voor de werkzaamheden, die hij verrichtte voor BV 2.