14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AN8154 Zaaknr: 02/03097
Een in België wonende DGA had een vordering op zijn BV. De aandelen in de BV en de vordering had hij overgenomen van zijn vader, die destijds met de BV had afgesproken, dat geen rente over de schuld betaald hoefde te worden zolang de liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de BV dat niet toeliet. In het jaar 1998 corrigeerde de belastingdienst het aangegeven inkomen met een bedrag aan fictieve rente. Dat was volgens Hof Den Bosch ten onrechte, omdat in deze omstandigheden het niet bedingen van rente zakelijk kon zijn. Volgens het Hof was de DGA gebonden aan de eerder gemaakte afspraken en kon hij die niet eenzijdig aanpassen. De BV had in 1998 een incidentele winst behaald, maar het vermogen was zwaar negatief.