14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AR6682, BK-01/02400
Een bedrijf verzorgde de productie, de verspreiding en de levering van drinkwater. Het bedrijf onttrok voor de productie van drinkwater grondwater aan de bodem. Dat gebeurde in de nabijheid van oppervlaktewater, dat als gevolg van deze onttrekking via de oevers in de bodem infiltreerde. Voor het oppompen van grondwater moest het bedrijf grondwaterbelasting betalen. Het bedrijf claimde toepassing van de infiltratiekorting op die belasting. De belastingdienst weigerde die korting, omdat er geen sprake was van kunstmatige infiltratie. Hof Den Haag was het met de belastingdienst eens. De natuurlijke infiltratie door de onttrekking van grondwater in de buurt van oppervlaktewater viel niet onder het begrip “op kunstmatige wijze in de bodem brengen van (oppervlakte)water ter aanvulling van het grondwater met het oog op het onttrekken van grondwater”.