14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AM2794 Zaaknr: 02/01081
Bij de staking van een onderneming heeft de ondernemer de mogelijkheid de belastingheffing over de stakingswinst uit te stellen door het aankopen van een lijfrente. De aftrekmogelijkheden voor lijfrentepremie zijn beduidend ruimer in het jaar van staking van een onderneming. De lijfrente kan worden bedongen van een professionele verzekeringsmaatschappij of van de overnemende partij. Van die laatste mogelijkheid wordt vaak gebruik gemaakt bij de inbreng van de onderneming in een eigen BV. Als de onderneming voor de inbreng wordt verkocht of als voor de oprichting van de BV al vaststaat, dat de onderneming korte tijd later aan een ander zal worden overgedragen is het niet mogelijk om een lijfrente van de BV te bedingen. Hof Den Bosch bevestigde onlangs de heersende leer in het geval van een landbouwer die kort na de oprichting van de BV emigreerde. De plannen voor de emigratie waren er al voordat de voorovereenkomst tot oprichting van en inbreng in de BV was opgemaakt. De onderneming werd verkocht voor de oprichting van de BV. In een dergelijk geval wordt de aftrek van lijfrentepremie die aan de BV is betaald niet toegestaan. Niet van belang is dat de ondernemer na de emigratie een onderneming met de BV ging drijven. Dat was een andere onderneming dan de oorspronkelijke.