14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AS3995, 02/02207
Iemand diende in verband met zijn verhuizing uit het buitenland naar Nederland een verzoek om vrijstelling van belasting voor verhuisgoederen in. Tot de verhuisgoederen behoorden twee personenauto's met Duits kenteken. De inspecteur verleende de gevraagde vergunning voor vrijstelling van BPM bij beschikking. Later realiseerde hij zich dat de vergunning ten onrechte was afgegeven omdat de betrokkene zijn woonplaats niet in het buitenland had gehad. De inspecteur legde een naheffingsaanslag BPM op in verband met de invoer van de auto’s. Hof Den Bosch heeft die aanslag vernietigd, omdat de inspecteur de verleende vergunning niet had ingetrokken voordat hij tot naheffing overging. De naheffingsaanslag was in strijd met de verleende vergunning. De wet biedt de inspecteur de mogelijkheid om een genomen besluit in te trekken.