Geen naheffing BTW bij invoer jacht als invoerwaarde is vastgesteld in bijzijn van douaneambtenaren

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AP4428 Zaaknr: 02/2688

Een jacht was in Nederland gebouwd en na de bouw naar de Kanaaleilanden gevaren om daar te worden geleverd aan de koper. Vanwege de levering op de Kanaaleilanden was geen Nederlandse BTW in rekening gebracht. Toen het schip in een volgend jaar naar Nederland kwam in verband met enkele reparaties werd een aangifte omzetbelasting wegens invoer gedaan. De omzetbelasting werd berekend over de waarde volgens een taxatie van een beƫdigd makelaar. Die waarde lag beduidend lager dan de koopprijs. Toen de belastingdienst zich dat na een onderzoek enkele jaren later realiseerde, werd een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. De Douanekamer van Hof Amsterdam heeft die naheffingsaanslag vernietigd. De inspecteur moest bewijzen dat de op de aangifte vermelde douanewaarde van f 4.900.000 onjuist was. Aan de deskundigheid van de ingeschakelde taxateur twijfelde hij niet. Bij de aangifte ten invoer had in aanwezigheid van twee douaneambtenaren een uitvoerige inspectie van het jacht plaatsgevonden. De resultaten daarvan werden met de douaneambtenaren besproken en daarna werd overeenstemming over de douanewaarde bereikt. Daarom vond het Hof dat de inspecteur niet geslaagd was in zijn bewijsopdracht.