14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AO8034 Zaaknr: BK 990/03
Een yogalerares had in 1999 een omzet van ƒ 4.500. In haar aangifte inkomstenbelasting merkte zij de netto opbrengst van ongeveer ƒ 3.000 aan als winst uit onderneming. Zij claimde als ondernemer de toepassing van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Bij de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting bracht de inspecteur een cijfermatige correctie aan, maar kende hij de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek toe. In een later jaar viel hem op, dat de opbrengsten van de yogalessen ver terugliepen. De inspecteur was van mening, dat er geen onderneming bestond maar dat de opbrengsten als neveninkomsten golden. Hij vorderde na over 1999 vanwege het ten onrechte genieten van de zelfstandigen en startersaftrek. Hof Leeuwarden vernietigde de navorderingsaanslag. Gezien de duidelijke aangifte had de inspecteur moeten twijfelen over het ondernemerschap en het recht op toepassing van ondernemersfaciliteiten. Het niet stellen van vragen over de aangifte vormde een ambtelijk verzuim van de inspecteur, waardoor navordering niet mogelijk was.