14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2212 Zaaknr: 00/00550
Een in België wonende persoon was als zelfstandig ondernemer werkzaam in Nederland. In België verrichtte hij geen werkzaamheden. Op grond van een arrest van de Hoge Raad claimde hij bij zijn aangifte inkomstenbelasting over 1997 vrijstelling van premies volksverzekeringen. Bij wetswijziging in 1998 was die vrijstelling met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt. De aanslag inkomstenbelasting werd overeenkomstig de aangifte opgelegd; er werd geen aanslag premies volksverzekeringen opgelegd. Na behandeling van de aangifte 1998 legde de inspecteur een navorderingsaanslag premieheffing 1997 op. Hof Den Bosch heeft deze vernietigd wegens ontbreken van een voor navordering vereist nieuw feit. Bij het vaststellen van de aanslag beschikte de inspecteur over alle relevante gegevens. Navordering is zonder nieuw feit mogelijk als de indiener van de aangifte niet te goeder trouw is. Volgens het Hof kon de ondernemer gelet op de korte tijd, die lag tussen de wetswijziging en de datum, waarop de aangifte werd ingediend, te goeder trouw menen, dat de wetswijziging geen terugwerkende kracht had.