29 april 2003 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AH9933; AH 9332 Zaaknr: BK-01-01971;
In een aan Hof Den Haag voorgelegde casus werden door werknemers van een Nederlands bedrijf in Duitsland werkzaamheden verricht voor een Duits bedrijf onder toezicht van voor dat bedrijf werkende Nederlandse projectleiders. Het salaris, dat op die werkzaamheden betrekking had werd doorbelast aan het Duitse bedrijf. De werkzaamheden kwamen voor rekening en risico van het Duitse bedrijf. Naar het oordeel van het Hof voldeed het bedrijf daarmee aan het begrip werkgever. Het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met Duitsland bevat geen definitie van het begrip werknemer. Op grond van de toelichtingen op modelverdragen geldt een materiele interpretatie van het begrip. Dat betekent dat geen civielrechtelijke dienstbetrekking is vereist tussen het Duitse bedrijf en de Nederlandse werknemers, maar dat materieel aan de voorwaarden voor een dienstbetrekking moet zijn voldaan. In de situatie, dat een Nederlandse werkgever in Nederland wonend personeel uitleent aan een Duits bedrijf en de loonkosten voor het in Duitsland verrichte werk doorbelast aan het Duitse bedrijf kan naar het oordeel van het Hof het Duitse bedrijf als werkgever worden aangemerkt. Het heffingsrecht komt dan toe aan Duitsland, zodat in Nederland geen loonbelasting is verschuldigd maar in Duitsland Lohnsteuer moet worden betaald. De Nederlandse naheffing loonbelasting (eerder was teruggaaf verleend) werd vernietigd.