14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AS5633, 02/03303
De inspecteur stelde zich na een boekenonderzoek op het standpunt dat de administratie van een caféhouder niet kon dienen ter vaststelling van de winst. Er ontbraken kasstukken, er vond geen deugdelijke kascontrole plaats en het brutowinstpercentage was zowel absoluut als relatief laag. Hof Arnhem was het niet met de inspecteur eens. De ontbrekende kasstukken waren kladbriefjes. De gegevens daarvan waren integraal overgenomen in de administratie. Omdat iedere vorm van externe controle op het noteren van de dagomzet op de kladbriefjes ontbrak was het weggooien van de kladbriefjes niet van invloed op de controlemogelijkheden. Uit het controlerapport bleek dat de kas dagelijks werd opgemaakt en dat het saldo na vermindering met het standaardkasgeld ad ƒ 500 werd genoteerd in de kasadministratie. Dat was volgens het Hof voldoende. Het Hof vond de verschillen in de brutowinstpercentages niet van dien aard, dat de administratie daarom verworpen moest worden. Een ‘overall’ brutowinstpercentage voor de gehele omzet had gezien de margeverschillen op de diverse goederen weinig waarde. De inspecteur had een theoretische omzetberekening gemaakt voor het jaar 1997. Op grond daarvan moest de omzet verhoogd worden met ƒ 57.848 op een verantwoorde omzet van ƒ 414.549. Dat vond het Hof onvoldoende voor verwerping van de administratie. In de voorgestelde omzetcorrecties over de jaren 1994 tot en met 1998 van 4,2%, 11,8%, 5,6%, 14,0% en 3,2% van de aangegeven omzet zag het Hof eerder een bevestiging van de kwaliteit van de administratie dan een aanleiding om de administratie te verwerpen. De inspecteur moest aantonen dat de caféhouder te weinig omzet had verantwoord. Daarin slaagde hij niet, zodat de aangebrachte omzetcorrectie verviel.