Geen ontrekking waarde arbeid aan onderneming bij verbouwing woning firmant

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AR5317, 04/00063

Twee broers dreven samen een klussenbedrijf. In 1998 verbouwde een van de broers zijn woning. De ander hielp hem daarbij mee. In een periode van 8 weken hadden de broers vrijwel continu aan de verbouwing gewerkt. De Inspecteur merkte de waarde van de eigen arbeid aan als een onttrekking en paste daarom bij ieder van de broers een winstcorrectie toe van ƒ 11.500. Voor hof Arnhem was in geschil of de verbouwing had plaatsgevonden binnen het kader van de onderneming van de broers. Met behulp van een offertelijst, waarop alle in 1998 uitgebrachte offertes met vermelding van acceptatie en de periode van uitvoering van opdrachten waren vermeld, konden de broers bewijzen, dat zij in de periode van de verbouwing maar één klus hebben uitgevoerd, die één dag in beslag had genomen. Het merendeel van het gebruikte gereedschap was privé-vermogen. De materialen werden rechtstreeks betrokken van de leveranciers en van de privé rekening betaald. Alleen de bus van de onderneming was voor de verbouwing gebruikt maar daarvoor was een bijtelling voor privé-gebruik toegepast. Het hof was van oordeel, dat de Inspecteur ten onrechte de waarde van de eigen arbeid tot de winst uit onderneming had gerekend.