14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1246 Zaaknr: BK-03/01392
Een BV wilde een passiefpost op de balans opnemen voor de in de toekomst te betalen gedifferentieerde WAO-premie op grond van de zogenaamde PEMBA-regeling. Vorming van een passiefpost is volgens het Baksteenarrest van de Hoge Raad mogelijk als aan de volgende voorwaarden is voldaan:- de toekomstige uitgaven vinden hun oorsprong in feiten of omstandigheden, die zich in de periode voorafgaande aan de balansdatum hebben voorgedaan,- de toekomstige uitgaven kunnen ook overigens aan die periode worden toegerekend,- ter zake van die toekomstige uitgaven bestaat een redelijke mate van zekerheid dat zij zich zullen voordoen. Volgens Hof Den Haag is aan de eerste voorwaarde voor het vormen van een voorziening niet voldaan. De feiten en omstandigheden, die zich hebben voorgedaan in de periode voorafgaande aan de balansdatum, hebben uitsluitend invloed op de hoogte van het premiepercentage. De toekomstige uitgaven voor de verzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico worden echter niet alleen door het premiepercentage bepaald, maar ook door de loonsom in het jaar van betaling. Voor deze loonsom is het aantal werknemers en de hoogte van het loon in dat jaar bepalend, zodat de totale uitgaven voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering hierdoor mede worden beïnvloed. Kosten voor arbeid moeten worden toegerekend aan het jaar waarin de arbeid wordt verricht. Dat geldt ook voor de toekomstige premies voor arbeidsongeschiktheid. Aan de eis, dat de toekomstige uitgaven kunnen worden toegerekend aan de periode die voorafgaat aan de balansdatum, is daarom naar het oordeel van het Hof niet voldaan.