14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AW1932, 05/1507
Het tegen vergoeding vestigen van een recht van vruchtgebruik op roerende zaken is voor de omzetbelasting geen levering maar een dienst. Bij de beoordeling of een dergelijke prestatie in het economische verkeer is verricht is op grond van het zogenaamde Halifax-arrest van het Hof van Justitie EG het oogmerk of het resultaat van de handeling irrelevant. Ingeval van misbruik bestaat er geen recht op aftrek van voorbelasting. Van misbruik is volgens het arrest van het HvJ EG sprake wanneer een BTW-vrijgestelde ondernemer andere transacties verricht die recht geven op aftrek van voorbelasting met als enige doel het verkrijgen van dat recht op aftrek van voorbelasting. Dergelijk misbruik deed zich naar het oordeel van de rechtbank Leeuwarden voor bij een zorgsinstelling die als vrijgestelde ondernemer op door haar aangeschafte investeringsgoederen steeds een recht van vruchtgebruik vestigde en deze vervolgens terughuurde van de vruchtgebruiker. Ingeval van misbruik moet worden uitgegaan van de situatie zoals deze zonder de transacties die het misbruik opleveren zou zijn. In dit geval leidde dit ertoe dat de vruchtgebruiken en de huurovereenkomsten weg vielen. De hierop betrekking hebbende BTW moest worden gecorrigeerd. Na herdefiniƫring nam de zorginstelling twee diensten af van de wederpartij, namelijk een vrijgestelde verzekeringsdienst en een belaste beheersdienst.