14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AY6153, BK-04/04034
De vermogensbelasting kende een anti-cumulatieregeling die de heffing van inkomstenbelasting en vermogensbelasting beperkte tot 68 % van het belastbare inkomen. De regeling was op verzoek van de belastingplichtige van toepassing en bestond uit een verlaging van de vastgestelde aanslag vermogensbelasting. Deze regeling gold volgens Hof Den Haag niet voor iemand die niet het gehele jaar binnenlands belastingplichtig was in het jaar dat voorafging aan het jaar waarop de aanslag vermogensbelasting betrekking had. Het verschil in behandeling van personen die wel het gehele jaar binnenlands belastingplichtig zijn geweest en personen die slechts een gedeelte van het jaar binnenlands belastingplichtig zijn geweest was niet in strijd met het recht op gelijke behandeling volgens het EG-verdrag of het IVBPR.Het gemaakte onderscheid had namelijk betrekking op groepen van personen die juridisch en feitelijk in verschillende omstandigheden verkeerden. Er was geen sprake van gelijke gevallen die ongelijk behandeld werden.