Geen toepassing foutenleer als winst in overeenstemming met goedkoopmansgebruik is vastgesteld

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AN9341 Zaaknr: 02/02027

Een vennootschap, die in 1995 een deelneming in een Italiaanse vennootschap kocht, heeft in dat jaar valutatermijntransacties afgesloten. Daarmee werd een resultaat van ƒ 890.000 behaald. Dit resultaat is in de winst van 1995 verwerkt. Later stelde de vennootschap zich op het standpunt, dat het valutaresultaat niet als winst moest worden verwerkt in 1995 maar in mindering gebracht moest worden op de aankoopprijs van de deelneming. Omdat de aanslag vennootschapsbelasting 1995 al definitief vaststond deed de vennootschap een beroep op de foutenleer. Volgens Hof Amsterdam is geen sprake van een fout in de zin van de foutenleer, omdat de vennootschap het valutaresultaat in overeenstemming met goed koopmansgebruik tot de belastbare winst van het jaar 1995 heeft gerekend. Volgens het Hof moest het valutaresultaat in de belastbare winst van 1995 worden verwerkt, hetzij als resultaat van een zelfstandige bron van inkomen hetzij als negatieve aankoopkosten van de deelneming. Tijdens de tweede zitting beriep de vennootschap zich erop, dat de uitspraak op het bezwaarschrift is gedaan door dezelfde ambtenaar, die de aanslag heeft opgelegd. Dat is in strijd met de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht. Om die reden vernietigde het Hof de uitspraak op het bezwaarschrift, om vervolgens zelf de zaak inhoudelijk te behandelen. Dat leidde op grond van het bovenstaande tot een ongegrondverklaring van het beroep. Vanwege het geringe belang bij en het late beroep op strijd met de AWB kende het Hof een beperkte proceskostenvergoeding toe aan de vennootschap.