14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNAZ6519, AWB 06/550
Door een bedrijfspand voor een te lage prijs te verkopen aan haar aandeelhouder liet een BV zich een voordeel ontgaan ten gunste van haar aandeelhouder. De Belastingdienst berekende dit voordeel op een bedrag van € 200.000. Volgens vaste jurisprudentie is er sprake van een winstuitdeling wanneer een BV haar aandeelhouder heeft willen bevoordelen en de aandeelhouder zich bewust is geweest of moet zijn geweest van deze bevoordeling. Volgens de Belastingdienst was aan het zogenaamde dubbele bewustheidsvereiste voldaan, gelet op het grote verschil tussen de berekende waarde van het pand en de betaalde koopsom. Bij de waardebepaling van het bedrijfspand ging de Belastingdienst uit van een jaarlijkse huur van € 80.000. De BV had de verkoopprijs door een taxateur laten bepalen op basis van een huur van € 61.250. Op dat moment was het kantoorgedeelte van het pand verhuurd voor € 32.500 per jaar. Volgens de rechtbank was de waardebepaling gebaseerd op een huur van € 61.250 per jaar niet te laag. Pas geruime tijd na de verkoop kwam er een nieuwe huurder voor het pand in beeld die de door de Belastingdienst gehanteerde jaarhuur wilde betalen. De rechtbank draaide de correctie van de winst van de BV terug omdat er geen sprake van een winstuitdeling was.