Geen vergrijpboete voor belastingplichtige die niet reageert op te lage ambtshalve aanslag

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | DGB 2005-2304

De staatssecretaris van Financiën heeft meegedeeld geen cassatie in te stellen tegen een uitspraak van Hof Amsterdam over de mogelijkheid om een vergrijpboete op te leggen die is gebaseerd op gedrag na het opleggen van de aanslag. De inspecteur legde ambtshalve een aanslag op, die achteraf te laag bleek te zijn. Bij de navorderingsaanslag legde hij een boete op omdat de belastingplichtige niet had gereageerd op de te lage aanslag. Voor de beoordeling of sprake is van opzet of grove schuld zijn de gedragingen voorafgaand aan het opleggen van de primitieve aanslag van belang. Wat daarna gebeurt, is niet van belang. De stelling van de inspecteur dat als gevolg van opzet of grove schuld van de belastingplichtige te weinig belasting was geheven omdat hij niet reageerde op de te lage aanslag, wees het Hof af. De inspecteur deed een beroep op een wetsbepaling die niet slaat op verwijtbaar handelen na het opleggen van de primitieve aanslag, maar op ten onrechte verleende teruggaven of verminderingen. Volgens de staatssecretaris is het uitsluitend niet reageren op een in eigen ogen (voorlopig) te lage aanslag onvoldoende voor het opleggen van een vergrijpboete.