Geen voorlopige voorziening naheffingsaanslag BTW bij verdenking carrouselfraude

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF9800 Zaaknr: 02/07367

Een ondernemer koopt grote partijen opwaardeerkaarten voor mobiele telefoons en verkoopt deze aan een in een andere lidstaat van de EU gevestigde ondernemer. De verkopen vormen intracommunautaire transacties (ICT) waarover geen BTW wordt berekend. De bij inkoop in rekening gebrachte BTW wordt teruggevraagd door de ondernemer. Wegens verdenking van carrouselfraude wordt een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd en wordt de teruggaaf over een volgend tijdvak niet verleend. De ondernemer verzoekt Hof Amsterdam een voorlopige voorziening te treffen voor de naheffingsaanslag en de uitgestelde teruggaaf. Het Hof is van oordeel, dat de belangen van de fiscus bij het uitvoeren van het ingestelde onderzoek groter zijn dan de belangen van de ondernemer bij een directe teruggaaf en wijst het verzoek voor een voorziening voor de naheffingsaanslag af. Vanwege het belang bij de uitkomst van het onderzoek heeft de inspecteur de teruggaaf over het latere tijdvak terecht aangehouden.