3 augustus 2004 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2004/1120M
De staatssecretaris van Financiën heeft een vraag over de willekeurige afschrijving van milieu-investeringen beantwoord. Het ging om de investering van een carrosseriebedrijf in 2000 in een spuitinstallatie die voor ca. 90% wordt gebruikt voor het opbrengen van waterverdunbare verf en voor ca. 10% voor niet waterverdunbare verf. Deze installatie stond niet op de Milieulijst 2000. In 2002 is de Milieulijst versoepeld. De investering zou in 2002 kwalificeren. In de Milieulijst 2003 is weer de eis opgenomen dat de installatie bestemd is voor het opbrengen van uitsluitend waterverdunbare verf. De vraag was of de ondernemer op grond van een arrest van de Hoge Raad recht had op willekeurige afschrijving. De Hoge Raad was van oordeel, dat op grond van een redelijke uitleg van de Milieulijst willekeurige afschrijving mogelijk kan zijn. In het arrest ging het om de investering in een bedrijfsmiddel, waaraan bepaalde onderdelen fysiek ontbraken maar functioneel aanwezig waren. In de voorgelegde situatie is dat niet aan de orde, terwijl de investering milieutechnisch minder presteerde dan de op de lijst voorkomende installatie. Willekeurige afschrijving is niet mogelijk.