Geen winst wegens vrijval schulden als schuldsanering niet definitief is

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AJ3434 Zaaknr: BK-01/03676

Door het vertrek van zijn grootste opdrachtgever moest een ondernemer zijn onderneming beëindigen. Als gevolg van zijn slechte financiële positie is op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen toegepast. De schulden bedragen meer dan € 800.000. In geschil is of deze schulden voor de nominale waarde tot zijn ondernemingsvermogen blijven behoren of dat hij winst moet nemen omdat een groot deel van de schulden niet zal worden betaald gezien de beperkte aflossingscapaciteit. Onder verwijzing naar een tweetal arresten van de Hoge Raad uit 2002 en 2003 is het Hof van oordeel, dat de schulden voor het nominale bedrag tot het ondernemingsvermogen blijven behoren. Toepassing van de schuldsaneringsregeling leidt nog niet tot een vermogensvermeerdering doordat de schulden niet geheel worden afgelost. Pas op het moment waarop vaststaat, dat schulden niet worden afgelost is sprake van een vermogensvermeerdering. Vrijval van schulden zou belast zijn tot het bedrag van de aanwezige verliescompensatie. Omdat er geen vrijval van schulden is blijven er voldoende verrekenbare verliezen over om het inkomen op nihil vast te stellen.