Geen zelfstandigenaftrek voor echtgenote in man-vrouw-firma

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AU6853, BK-04/02869

Onlangs oordeelde Hof Leeuwarden dat een firmante van een installatiebedrijf voldeed aan het urencriterium en dus recht had op ondernemersfaciliteiten ondanks het ontbreken van de benodigde vakdiploma’s. In een min of meer vergelijkbare casus heeft Hof Den Haag anders geoordeeld. Het ging om een man-vrouwfirma. De man verrichtte alle onderhouds- en installatiewerkzaamheden en beschikte over de diploma's. De vrouw verrichtte de volgende werkzaamheden: het te woord staan van klanten, het telefonisch adviseren in het oplossen door de klant zelf van eenvoudige storingen, het plannen van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, de voorraadbewaking en bestelling en de administratie. Volgens het Hof waren de door de vrouw verrichte werkzaamheden voor meer dan 70 % ondersteunend. De vrouw beschikte niet over de diploma’s of over voldoende deskundigheid om installatiewerkzaamheden uit te voeren waarmee de onderneming omzet behaalde. Omdat het volgens het Hof niet gebruikelijk was om met niet-verbonden personen een dergelijk samenwerkingsverband aan te gaan voldeed de vrouw niet aan het urencriterium en had zij geen recht op zelfstandigenaftrek.