14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1381 Zaaknr: 39584
In de procedure over een aanslag inkomstenbelasting 1996 kwam het Hof tot het oordeel, dat de belanghebbende in ieder geval een bedrag van ongeveer ƒ 50.000 aan een BV heeft onttrokken. Dat bedrag heeft hij als informeel kapitaal gestort in een andere BV. Het Hof rekende de onttrekking wel tot zijn inkomen, maar hield geen rekening met de verhoging van de verkrijgingsprijs van de aandelen in die andere BV. In cassatie is de Hoge Raad van oordeel, dat de tegen de Hofuitspraak gerichte klacht terecht is, maar zonder gevolgen moet blijven. Rekening houdend met beide correcties was de aanslag niet te hoog vastgesteld.