Gehele opbrengst verkoop ter voorkoming onteigening landbouwbedrijf terecht aan grond toegerekend

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AS5188, 02/02093

Ter voorkoming van onteigening verkocht een landbouwer in 1998 zijn bedrijf aan de gemeente. De gemeente wilde de grond van het landbouwbedrijf gebruiken voor woningbouw. De boerderij en de stallen zouden in verband daarmee gesloopt worden. In de akte van levering was opgenomen dat de waarde van de opstallen nihil was in verband met de sloop en de kosten daarvan. De belastingdienst bestreed dat de koopsom alleen voor de grond was betaald en wilde een deel toerekenen aan de opstallen. Daardoor zou het belastbare inkomen van de landbouwer hoger uitvallen, omdat de boekwinst op de grond onder de landbouwvrijstelling bleef. Een boekwinst op de opstallen zou belast zijn. Volgens Hof Arnhem zou iemand die ruwe bouwgrond wilde kopen voor de opstallen normaliter niet meer willen betalen dan de sloopwaarde. De belastingdienst moest bewijzen dat partijen iets anders hadden afgesproken dan er in de akte van levering stond. Dat bewijs leverde de belastingdienst niet. Het hof verminderde de opgelegde aanslag inkomstenbelasting.