Gestegen grondprijs verkleint afschrijvingspotentieel gebouwen

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AF4930 Zaaknr: 01/01383

Afschrijving op bedrijfsmiddelen ten laste van de winst is toegestaan met inachtneming van een restwaarde en over de geschatte gebruiksduur van het bedrijfsmiddel. Als het bedrijfsmiddel een waardeverandering ondergaat, waardoor het blijvend een hogere waarde heeft dan de boekwaarde is verdere afschrijving niet meer mogelijk. Dat heeft de Hoge Raad al in 1958 in een arrest bepaald. Het arrest is met name voor onroerende zaken van toepassing gezien de vaak lange gebruiksduur en de waardeontwikkeling daarvan door de jaren heen. Afschrijving van onroerende zaken vindt veelal plaats door de aankoopprijs te splitsen in een gedeelte voor de grond, waarop niet wordt afgeschreven en een gedeelte voor de opstal, waarop wordt afgeschreven tot een zekere restwaarde is bereikt. Hof Arnhem is van oordeel, dat waardestijging van de grond ertoe leidt, dat de restwaarde hoger is dan aanvankelijk was verondersteld. Gevolg daarvan is een beperking van de afschrijvingsmogelijkheden. Het oordeel van het Hof is gebaseerd op het eerder genoemde arrest en op taxatierapporten, die de belastingdienst had laten opmaken. Die rapporten gaven een beduidend hogere grondwaarde aan dan de oorspronkelijk aan de grond toegekende waarde.