Gewijzigd besluit over knip in pensioenopbouw per 1 juni 2004 in verband met herstel van fouten

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/1406M

Op 26 juni 2003 heeft de staatssecretaris van financien een nieuw besluit uitgevaardigd ter vervanging van het besluit van 22 april 2003, omdat daarin verkeerde bedragen voor de premiecompensatie zijn opgenomen. Per 1 juli 1999 is de wet fiscale behandeling van pensioenen ingevoerd. Die wet kent een overgangsregeling voor bestaande pensioenregelingen. De overgangsregeling loopt tot 30 juni 2004 en houdt in, dat de pensioenopbouw volgens de oude regels mag gebeuren. Dat betekent, dat tot die datum een opbouwpercentage van 2,33% per dienstjaar kan worden gehanteerd en dat de bijtelling voor het privé-gebruik auto in de pensioengrondslag mag worden meegenomen, terwijl de AOW-inbouw in het ouderdomspensioen lager is dan thans is toegestaan. Na aanpassing van de pensioenregeling aan de nieuwe wetgeving hoeven opgebouwde rechten niet te worden aangepast. Wel moet bij latere aanpassing op grond van salarisaanpassing rekening gehouden worden met de lagere opbouwpercentages. In een besluit geeft de staatssecretaris van Financiën een uitwerking van de toepassing van de nieuwe regels in de praktijk. Per 1 juli 2004 wordt een berekening gemaakt van de opgebouwde pensioenrechten volgens de oude en volgens de nieuwe regels. Het verschil in uitkomst is het excedent OP. Dit excedent verandert niet in de loop van de tijd en zal als een afzonderlijk recht moeten worden bijgehouden naast de op basis van de nieuwe wetgeving op te bouwen pensioenaanspraken.Voor het tijdelijke ouderdomspensioen (TOP) keurt de staatssecretaris goed, dat voor op 1 juni 1999 bestaande pensioenregelingen de hoogte van het TOP wordt bepaald op basis van een AOW-overbrugging en een premiecompensatie alsof de nieuwe wetgeving gedurende de gehele looptijd van de pensioenregeling van toepassing is geweest.