14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AU2092, BK 285/01 WOZ
De tekst van de wet WOZ is per 1 januari 1999 gewijzigd. In een procedure voor Hof Leeuwarden was in geschil of bij een WOZ-beschikking die na die datum werd gegeven, maar die betrekking had op een eerder aangevangen tijdvak, de nieuwe of de oude wettekst moest worden toegepast. Het belang daarvan lag in het al dan niet meenemen in de waardebeschikking van verbouwingen aan de onroerende zaak in de periode tussen de waardepeildatum en het begin van het WOZ-tijdvak. De procedure had betrekking op een energiecentrale die tussen 1995 en 1997 ingrijpend was verbouwd. Uit de wetsgeschiedenis volgde naar het oordeel van het Hof dat de wetswijziging bedoeld was om de waardebepaling voor een nieuw WOZ-tijdvak te verfijnen. Dat betekende dat de wetswijziging geen invloed had op de waardevaststelling voor het WOZ-tijdvak waarover dit geschil ging. Onder de oude wettekst had de bestreden WOZ-beschikking een van de waardepeildatum afwijkende datum van beoordeling van de staat van de onroerende zaak moeten bevatten. Bij ontbreken daarvan moest worden uitgegaan van een waardebepaling naar de toestand op de waardepeildatum. In dit geval betekende dat volgens het Hof dat de waardeveranderingen tussen 1 januari 1995 en 1 januari 1997 buiten beschouwing moesten worden gelaten.Het Hof verminderde de WOZ-waarde van de energiecentrale van ƒ 1,5 miljard naar ƒ 39 miljoen.