14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | CPP2004/1801M
Met ingang van 1 januari 2003 moet voor het bestaan van een fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting de moedermaatschappij juridisch en economisch eigenaar zijn van tenminste 95% van het nominaal gestorte aandelenkapitaal van de dochtermaatschappij. Als het kapitaal van de dochtermaatschappij uit verschillende soorten aandelen bestaat, geldt deze bezitseis voor elke soort. Voor een tweetal problemen, dat zich voordoet als gevolg van deze bezitseis heeft de staatssecretaris van Financien nu in een besluit een goedkeuring gegeven. De eerste goedkeuring is een overgangsregeling voor een bestaande fiscale eenheid volgens het oude regime. Op verzoek hoeft de moedermaatschappij gedurende maximaal twee boekjaren niet aan de nieuwe bezitseis te voldoen als zij op grond van haar aandelenbezit recht heeft op 99 % van het vermogen en de winst van de dochtermaatschappij. Na het verstrijken van deze twee boekjaren heeft de fiscale eenheid nog zes maanden om aan de nieuwe bezitseisen te voldoen. Het verzoek moet voor 1 april 2005 bij de inspecteur worden ingediend.De staatssecretaris keurt verder goed dat, wanneer de moedermaatschappij wel de juridische en economische eigendom bezit van tenminste 95 percent van het nominaal gestorte kapitaal van de dochtermaatschappij, maar niet van elke soort aandelen, de niet in haar bezit zijnde (bijzondere) aandelen geacht worden te behoren tot dezelfde soort als de wel in het bezit zijnde (andere) aandelen. Voorwaarde is dat die bijzondere aandelen geen recht geven op een meer dan evenredig deel van de winst van de dochtermaatschappij. De goedkeuring geldt niet voor (cumulatief) preferente aandelen.