14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2005/1323M
De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit over de oudedagsreserve voor ondernemers standpunten uit eerdere besluiten samengevoegd in een nieuw besluit. Het besluit bevat verder een goedkeuring en een nieuw standpunt. De goedkeuring heeft betrekking op toevoeging aan de oudedagsreserve in het jaar waarin de onderneming wordt beëindigd. De toevoeging mag volgens de wet niet meer zijn dan het verschil tussen het ondernemingsvermogen aan het einde van het kalenderjaar en de oudedagsreserve bij het begin van het kalenderjaar. In plaats daarvan mag nu het ondernemingsvermogen op het moment van staking worden gehanteerd. De toevoeging aan de oudedagsreserve over het jaar van staken moet worden gebuikt voor de aankoop van een lijfrente.Sinds de invoering van de Wet IB 2001 moet de oudedagsreserve op de balans worden opgenomen. Dat mag door middel van een aansluitberekening vanuit de commerciële jaarstukken als de toe- of afname en de stand van de oudedagsreserve maar duidelijk zijn.Deze toezegging geldt vanwege de verplichte elektronische aangifte met ingang van het kalenderjaar 2004 resp. het boekjaar 2003/2004 niet meer. De oudedagsreserve moet dan in de winstaangifte en de bijbehorende jaarstukken worden opgenomen. Dat geldt ook voor ondernemers die een ontheffing hebben voor het indienen van de elektronische winstaangifte.