14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/3015M
Met ingang van 1 januari 2004 is de regeling voor de vergoeding van reiskosten vereenvoudigd. Zowel voor woon-werkverkeer als voor andere zakelijke reizen geldt voortaan een maximale belastingvrije vergoeding van € 0,18 per kilometer. Dit bedrag is onafhankelijk van het gekozen vervoermiddel. Voor 1 januari golden voor woon-werkverkeer lagere en voor andere zakelijke kilometers hogere bedragen. Als een werkgever een vergoedingsregeling heeft met verschillende bedragen is het niet zonder meer mogelijk om de fiscale ruimte en de fiscale bovenmatigheid met elkaar te compenseren. Als in de regeling een compensatiemogelijkheid wordt opgenomen voor 1 juli 2004 heeft deze aanvulling terugwerkende kracht tot 1 januari 2004. Zonder zo’n salderingsmogelijkheid moet de werkgever in ieder tijdvak het bovenmatige bedrag van de vergoeding voor de dienstreizen in de heffing betrekken.Als de reiskostenregeling een salderingsmogelijkheid bevat, mag de werkgever de heffing uitstellen. De heffing na saldering moet uiterlijk plaatsvinden in de eerste maand van het nieuwe kalenderjaar. Als na saldering de gemiddelde vergoeding per kilometer (totale reiskostenvergoeding gedeeld door totaal aantal kilometers) lager is dan € 0,18 per kilometer is de totale reisvergoeding onbelast. De staatssecretaris heeft in dit besluit een praktische regeling gegeven voor een vaste vergoeding van reiskosten. Als de totale reisafstand, dat wil zeggen heen en terug, niet meer bedraagt dan 150 km hoeft geen nacalculatie plaats te vinden. De vergoeding bedraagt op jaarbasis het aantal werkdagen verminderd met een gemiddeld aantal dagen van afwezigheid. Het aantal werkdagen is gesteld op 260, het aantal verzuimdagen op 54. De vergoeding is dan de reisafstand maal 206 maal € 0,18. De vaste vrije vergoeding per maand is 1/12 deel hiervan. Toepassing van deze regeling heeft tot gevolg, dat er geen ruimte is voor declaratie van extra reizen naar de desbetreffende bestemming(en).