14 maart 2003 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF1490 Zaaknr: BK 531/01
Een BV verleent aan de directeur-grootaandeelhouder een optierecht. Op grond daarvan kan de DGA het pand van de BV kopen voor een bedrag van ƒ 2.800.000 gedurende een periode van 10 jaar. Voor het optierecht betaalt de DGA niets aan de BV. Kort voor het verstrijken van de optieperiode wil de DGA het recht uitoefenen. De waarde van het pand is enkele jaren eerder al getaxeerd op ƒ 3.760.000. Vervolgens wordt besloten het optierecht af te kopen. De DGA ontvangt hiervoor een bedrag van ƒ 960.000. Hof Leeuwarden merkt dit bedrag aan als een winstuitdeling door de BV. Het verstrekken van een optierecht zonder tegenprestatie was een schenking, die echter nietig is wegens het ontbreken van een notariële akte. Bij de afkoop van het recht moest volgens het Hof aan de BV en de DGA duidelijk zijn, dat er een bevoordeling was van de DGA, die ook door partijen bedoeld was. Er zijn geen feiten, die op iets anders wijzen dan een winstuitdeling.