Havengeld mag worden berekend naar rato van scheepstonnage

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AR6531, 03/01153

De gemeente Hengelo legde aan een schipper een aanslag havengeld op. Die werd berekend op basis van het maximale tonnage van zijn schip. De schipper was het daarmee niet eens, omdat door de diepgangbeperking in de aanvoerroute naar de haven het schip nooit meer dan 1.600 ton lading kon aanleveren. Door toch uit te gaan van de laadcapaciteit van het schip was de heffing volgens hem onredelijk. Hof Arnhem deelde die opvatting niet. De gemeente maakte kosten voor het uitbaggeren en op diepte houden van de haven en voor de beschoeiing in de haven. Het Hof vond aannemelijk dat grotere schepen, los van hun belading, door een grotere waterverplaatsing meer kosten veroorzaakten voor de gemeente. Door de heffing op basis van een forfait te bepalen had de gemeente ondanks de ruwheid die eigen is aan een forfait, de grenzen der redelijkheid niet overschreden.