Heeft een buitenlands belastingplichtige recht op heffingskorting en vrijstelling in box 3?

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AO4918; AO5108 Zaaknr: 03/00030; 03/00788

Het gerechtshof in Den Bosch heeft in twee zaken prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EG over het recht op de heffingskorting en heffingsvrijvermogen voor iemand, die niet in Nederland woont en in Nederland inkomsten uit sparen en beleggen geniet. In beide zaken ging het om de eigenaar van een vakantiewoning in Nederland. De eerste zaak betrof een inwoner van België. Op grond van het belastingverdrag met België had hij wel recht op het heffingsvrij vermogen en op de heffingskorting voor het belastingdeel, maar niet voor het premiedeel, omdat hij in Nederland niet is verzekerd voor de volksverzekeringen en geen premie betaalt. De totale heffingskorting bestaat uit een belastingcomponent en een premiecomponent. Mensen die niet verzekerd zijn hebben geen recht op de premiecomponent van de heffingskorting. Een inwoner van Nederland met alleen box 3 inkomen heeft wel recht op de heffingskorting voor het premiedeel, omdat hij hier is verzekerd voor de volksverzekeringen.De vragen zijn de volgende:1. Heeft een buitenlandse belastingplichtige, die in Nederland geen inkomen uit werk maar alleen inkomen uit sparen en beleggen geniet en niet premieplichtig is en dus geen premie afdraagt voor de Nederlandse volksverzekeringen, recht op toekenning van de heffingskortingen voor de volksverzekeringen?2. Is daarbij van belang of de buitenlandse belastingplichtige meer of minder dan 90% van zijn gezinsinkomen in Nederland geniet? Deze vraag wordt gepreciseerd tot de vraag of die eis alleen geldt voor persoonsgebonden belastingaspecten of ook voor niet-persoonsgebonden belastingaspecten zoals het belastingtarief en de vraag of lidstaten aan niet-ingezetenen een kwantitatieve voorwaarde (zoals de 90%-regel) voor behandeling als inwoner mogen stellen ondanks dat hierdoor niet iedere discriminatie wordt opgeheven.3. Is de optieregeling om als binnenlands belastingplichtige te worden behandeld een afdoende garantie voor het gebruikmaken van de door het EG-verdrag gewaarborgde rechten en sluit deze iedere vorm van discriminatie uit? Geldt dat ook ingeval iemand alleen inkomen uit sparen en beleggen geniet en dus de optieregeling hem niet kan baten?De andere zaak betrof een inwoner van Duitsland. Hij heeft bij de berekening van de belasting over zijn box 3 inkomen geen recht op het heffingsvrije vermogen en geen recht op de heffingskortingen. Dat betekent, dat hij minder rechten heeft dan een inwoner van België, die in Nederland alleen inkomen uit box 3 heeft. Die heeft wel recht op het heffingsvrije vermogen en de heffingskorting voor de inkomstenbelasting en de volksverzekeringen. Hof Den Bosch heeft in deze procedure aan het Hof van Justitie van de EG de volgende vraag voorgelegd: Heeft een inwoner van een andere EU-lidstaat, bijvoorbeeld Duitsland, op grond van het EG-recht recht op toekenning door Nederland van het heffingsvrije vermogen en de heffingskorting voor de inkomstenbelasting omdat een inwoner van een andere lidstaat, bijvoorbeeld België, op grond van een belastingverdrag recht heeft op die voordelen?