14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2875 Zaaknr: 01/01519
Sinds 1987 wordt bij de overdracht van een huisartsenpraktijk geen goodwill meer bedongen. Dat maakt het voor nieuwe artsen financieel eenvoudiger om een praktijk over te nemen. Om zittende huisartsen niet te benadelen is een goodwillfonds opgericht, waar de aanspraken op goodwill zijn ondergebracht. Voor de belastingheffing over de goodwillaanspraken is een regeling getroffen door de staatssecretaris. Op grond daarvan zijn de aanspraken belast bij in 2003 of bij eerdere beƫindiging van de praktijk. Bij de invoering van de wet inkomstenbelasting 2001 is het bijzondere tarief op stakingswinst afgeschaft. Gevolg daarvan is, dat bij belastingheffing in 2003 het normale tabeltarief van maximaal 52% moet worden toegepast in plaats van het bijzondere tarief van 45%. De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) heeft daarom het reglement van het goodwillfonds aangepast. De aanspraak op goodwill is door die aanpassing al in 2000 opeisbaar. De staatssecretaris heeft in 2001 besloten, dat de aanspraak tot het inkomen van 2000 wordt gerekend en in de belastingheffing wordt betrokken. Hof Arnhem heeft in een procedure over de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2000 van een huisarts geoordeeld, dat terecht heffingsrente is berekend. De afspraak, die de LHV met de belastingdienst gemaakt heeft, ziet niet op de heffingsrente. De belastingdienst heeft niet onredelijk lang gewacht met het opleggen van de voorlopige aanslag, zodat niet om die reden gezegd kan worden, dat heffingsrente onredelijk is.