Herinvesteringsreserve aan DGA verhuurde woning

2 april 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNBD4087, 06/2700

Ondernemers kunnen voor de bij verkoop van een bedrijfsmiddel behaalde winst door het vormen van een herinvesteringsreserve voorkomen dat direct belasting betaald moet worden over deze winst. De ondernemer moet dan wel het voornemen hebben om over te gaan tot herinvestering van de opbrengst. De herinvesteringsreserve wordt als eerste afschrijving geboekt ten laste van investeringen in bedrijfsmiddelen. Voor bedrijfsmiddelen met een lange afschrijvingstermijn zoals onroerende zaken geldt dat het afboeken ten laste van de herinvesteringsreserve alleen is toegestaan als de nieuwe bedrijfsmiddelen eenzelfde economische functie in de onderneming hebben als de verkochte bedrijfsmiddelen. Die aanvullende voorwaarde leidt nogal eens tot procedures. Zo was de vraag of een aan de DGA van een BV verhuurde woning die door de BV werd verkocht dezelfde economische functie had als een voor de verhuur bestemd bedrijfspand. De belastingdienst vond van niet omdat een aan de DGA verhuurd woonhuis geen normaal beleggingspand is dat past binnen het doel van een beleggingsmaatschappij. De rechtbank deelde deze opvatting niet. Hoewel de BV zich voornamelijk bezig hield met de verhuur van bedrijfspanden sloot dat de verhuur van woningen niet uit. De BV berekende een zakelijke huurprijs voor de woning. Zowel de aanschaf van de woning als de aankoop van het bedrijfspand was bedoeld om een zo hoog mogelijk rendement te behalen op de gedane investering. Naar het oordeel van de rechtbank mocht de bij verkoop van de woning gevormde herinvesteringsreserve worden afgeboekt op de aanschafprijs van het bedrijfspand.